Rassenstandaard
De Engelse Coccer Spaniël
korte historiek
De Engelse Cocker Spaniël is als eigen ras erkend door de Kennel Club sinds 1873. Daarvoor viel hij onder de Field- en de Springer Spaniël. Hij ontleent zijn naam aan de woodcock (houtsnip), de vogel waarvoor hij oorspronkelijk bij de jacht werd ingezet, en natuurlijk aan zijn land van herkomst.
Zoals bij een aantal andere jachthonden is er tegenwoordig een verschil te merken tussen show- en werklijnen. De jachtlijn is minder zwaar, kleiner en de vacht heeft minder bevedering op de poten en minder behang op het lichaam. Ook zijn de oren minder lang.
korte beschrijving
algemeen voorkomen
Een Cocker is vrolijk, stevig, evenredig en compact gebouwd. Zijn afmetingen zijn evenredig van de schoft tot aan de grond en van de schoft tot aan de staartaanzet.
eigenschappen
Vrolijk van aard (merry), vandaar zijn bijnaam de merry cocker. Zijn staart zie je altijd kwispelen. De hond heeft een kenmerkend beweeglijk gangwerk, voornamelijk als hij een spoor volgt.
Zacht, meegaand, intelligent, aanhankelijk. Maar ook koppig en vol energie.
kleuren
solids
Zwart, rood, blond, lever, zwart en tan, lever en tan
particolors
2 kleuren: zwart/wit, oranje/wit, lever/wit, lemon/wit.
3 kleurigen: zwart/wit/tan, lever/wit/tan.
Schimmels: blauwschimmel, oranje schimmel, citroen schimmel, lever schimmel, leverschimmel met tan en blauwschimmel met tan.
​
Hoogte: reuen tussen 39- 41 cm. : :teven tussen 38- 39 cm.
: Gewicht: ongeveer 13 tot 14,5 kg.
hoogte en gewicht